Ga naar hoofdinhoud
Irish Cob Society Nederland - ICS NL

Algemene Verschijningsvorm (met belijning, skelet en beweging)

De Irish Cob is compact en krachtig, stevig gebouwd wat betreft bespiering en botten, maar toch geschikt als een veelzijdig te gebruiken paard. De ene Irish Cob is wat meer “beknopt” dan de andere.
De Irish Cob is evenredig geproportioneerd, staat rechtop en vierkant en heeft een imposante uitstraling.

Belijning

Het hoofd dat fier rechtop gedragen moet worden staat op een correct gebogen en stevig aangezette nek. De nek moet schijnbaar doorlopen over een stevige schoft tot aan het begin van de rug (dit is vooral belangrijk bij hengsten).
De rug moet kort en recht zijn en glooiend oplopen naar een stevig gespierde croup. De ruggengraat en de heupbeenderen mogen niet zichtbaar zijn. De croup is tamelijk hoog en overvloedig met goed gevormde bespiering, de bovenkant van de achterhand is uitzonderlijk goed bespierd, breed en stevig.
De bovenkant van de croup moet enigszins schuin en niet te abrupt aflopen naar de staart; dit geeft een hoge, goed aangezette staart en draagt bij aan ronde welgevormde achterhand.

Skelet

Irish Cobs worden, afhankelijk van de bottenbouw, onderverdeeld in Medium of Zwaar.
Enige afwijking in zwaarte van botten is alleen toegestaan bij merries en ruinen.

Hoogte

De maximale hoogte voor een Irish Cob is 1.70 meter.

Beweging

Irish Cobs met hun unieke manier van bewegen, weelderige manen, staart en beenbeharing en de grote variatie van mogelijke kleuren geven een prachtig beeld, vooral als ze zich bewegen.
Nota Bene: De algemene indruk inclusief de belijning is gerelateerd aan een dier in goede conditie.

Temperament

De Irish Cob heeft een rustige en gewillige aard, met een vriendelijke houding ten opzichte van mensen en andere dieren.

Hoofd

Moet recht zijn, goed uitziend en in verhouding met de rest van het paard. Het voorhoofd moet breed zijn en de snuit, kaak en wangen goed geproportioneerd.

Mond

Moet een correct gebit hebben.

Ogen

Moeten groot, rond, open, helder en wijd uit elkaar geplaatst zijn.

Oren

Moeten goed gevormd zijn, niet te groot en goed aangezet.

Nek

Moet compact zijn, niet te kort, en ruim gespierd inclusief de manenkam.
Nek en manenkam bij de hengst moeten zeer krachtig gespierd zijn.

Schouders

Moeten stevig, krachtig en schuin zijn.

Schoft

Moet niet te veel uitsteken en moet zijn ingebed in veel spieren en vlees.

Borst

Moet krachtig zijn, welbespierd en niet te breed of te smal.

Rug

Moet kort zijn, recht, goed bespierd en ontwikkeld en schuin oplopen in de richting van de croup.

Achterhand en achterbenen

De achterhand moet goed ontwikkeld zijn, met ronde vormen, breed en krachtig gebouwd met een goed bespierde hoge croup. Het dijbeen moet goed ontwikkeld zijn, tamelijk lang en met goed aangezette krachtige hakken.
De achterbenen moeten stevig van bot en goed bespierd zijn.

Middenhand

Het paard moet kort zijn en compact met tonvormig aangezette ribben.

Voorbenen

Moeten krachtig zijn en niet te kort en niet te lang. De onderarm moet lang genoeg zijn, wel bespierd en stevig van bot.

(Voor)Knieën en Hakken

Moeten goed ontwikkeld zijn en ruime proporties hebben maar moeten in goede verhouding staan tot de rest van het paard

Kogelgewrichten

Moeten in goede verhouding staan tot de andere gewrichten wat betreft kracht, afmetingen en bouw.

Koten

Moeten voldoende botmassa hebben en niet te lang zijn (te weke of te steile koten zijn een minpunt).

Hoeven

Goed gebouwd, harmonisch en groot genoeg om zonder probleem het gewicht van het paard te kunnen dragen.

Beenbeharing – bevedering (sokken)

Is een karakteristieke en decoratieve eigenschap van het ras de Irish Cob. Vooral bij de zwaardere Irish Cobs is dit prominent aanwezig. De hoeveelheid aanwezige beenbeharing kan echter sterk verschillen, vooral bij de middelgrote Irish Cobs.

Manen en staart

Moeten overvloedig zijn en tot een behoorlijke lengte groeien.

Beweging en Actie

In draf is een tamelijk overdreven hoge frontactie vanuit zowel de schouders als het voorbeen wenselijk om de voor de Irish Cob typische beweging laten zien. Deze actie wordt ook wel “step” genoemd en geeft een wat opgerichte houding waardoor ook de zwaardere paarden een indruk van lichtheid in de beweging geven.
Sommige Irish Cobs hebben in draf de neiging iets naar buiten te “tikken” met hun voorbenen. Dit “tikken” moet niet worden verward met “maaien”, wat een minpunt is. Zolang het “tikken” bij beide benen gelijk is en niet te veel wordt overdreven, wordt dit beschouwd als tamelijk typisch en acceptabel. De algemene beweging en actie van een Irish Cob moet vlak zijn met een rechte en actieve ruime stap.

Shows

Op premiekeuringen en shows kunnen Irish Cobs ingedeeld worden in drie hoogte secties:
Sectie A Paarden van 1.54 tot en met 1.70 meter
Sectie B Kleine paarden 1.49 tot en met 1.53 meter
Sectie C Pony’s tot en met 1.48 meter

Het Voorbrengen– Bij het showen aan de hand moeten de manen, staart en sokken zo natuurlijk mogelijk zijn. Echter vlechten of trimmen is toegestaan. De snor, een typisch kenmerk van de Irish Cob, kan bij het voorbrengen zo nodig getrimd worden.
Bij wedstrijden onder het zadel en in het tuig blijven manen, staart en sokken vrij en natuurlijk.

Kleurenstandaard Voor Irish Cobs

Een Bonte Irish Cob heeft op zijn lichaam witte aftekeningen op een basiskleur. De witte aftekeningen bedekken of verbergen een deel van de basis lichaamskleur. De hoeveelheid wit kan variëren van een kleine witte vlek tot bijna algehele bedekking van de basiskleur.
Irish Cobs kunnen éénkleurig, zwartbont of anders gekleurd bont zijn zoals hieronder beschreven.
Zwartbont (piebald): Zwart met witte aftekeningen.
Andersgekleurd bont (skewbald): Iedere andere effen kleur met witte aftekeningen inclusief grijs en roan.
Albino is niet gewenst en wordt uitgesloten van de fokkerij

Percentage Wit bij de Bonte Irish Cob

De hoeveelheid wit bij een bonte Irish Cob wordt geschat en uitgedrukt als een percentage van het hele lichaamsoppervlak met uitzondering van witte vlekken op hoofd, benen, buik/onderkant, manen en staart.
Afhankelijk van het percentage wit wordt aan de de kleurtypering de term “Flashed” (tot en met 50% wit) of “Overlaid” (meer dan 50% wit) toegevoegd.

Flashed: De witte aftekeningen lijken onderbrekingen van de basiskleur en vormen “vlekken” en een zeker contrast. Plekjes, vlekjes of rozetten van de basiskleur in de witte vlekgedeeltes kunnen de contrastwerking verminderen.

Overlaid: Deze beschrijving wordt gebruikt wanneer de witte aftekeningen overheersen en de schijn wordt gewekt dat de basis kleur “ligt op” het witte lichaam. Plekjes, vlekjes en rozetten van de basis kleur kunnen de verschijning van “Overlaid” dieren versterken en geven kans op een grotere verscheidenheid van aantrekkelijke kleurpatronen.